Week 1:
Laat je pup wennen aan de omgeving (huis, huisgenoten etc.). Probeer je pup zindelijk te maken. Stel voor jezelf regels op van wat de pup wel en niet in de toekomst in en om het huis mag. Begin direct met het toepassen van deze regels. Denk niet: “ Hij is nog zo klein, dat komt later wel”. Wees vanaf het begin heel consequent, later heb je hier alleen maar profijt van.
Week 2 en week 3:
Leer je pup aan het lijntje lopen en doe dit vanaf het begin af aan direct aan de linkerkant. Probeer je pup mee te lokken d.m.v. een brokje of eventueel een stukje kaas en spreek hem hierbij vriendelijk toe. Moedig hem aan met je mee te lopen. Als hij niet wil, beur hem/haar even op, loop een stukje en probeer het later opnieuw. Maak de wandelingen niet langer dan 10 minuten. Doe niets onder dwang!!! Alles wat je doet met de pup doe je spelenderwijs, de pup moet het leuk vinden. Met alles wat je met de pup wilt doen, vraag dan zijn aandacht d.m.v. het noemen van zijn naam.
Leer je pup zitten op commando. Gebruik hiervoor weer een stukje kaas of iets anders wat de pup lekker vindt. Breng dit lekkers boven zijn hoofd en beweeg dit langzaam naar achteren. Leg gelijkertijd je hand op de achterhand van de pup en duw zachtjes tot zitten. Terwijl je dit uitvoert geef je tevens het commando “zit”. De pup zal dit snel door hebben en zal al snel gaan zitten bij het “zitcommando”. Oefen dit een paar keer per dag.
Socialiseer je pup. Het wordt nu ook tijd dat je de pup overal mee naar toe neemt. Laat hem wennen aan de auto, de stad, winkelcentrum, spelende kinderen etc. Pas op voor “over” socialisatie. Een pup die mensen,kinderen en andere honden het einde vindt, zal als hij volwassen is, er altijd heen rennen en enthousiast gaan begroeten. Hij kan er zelfs achteraan gaan jagen. Niet echt een gewenste situatie in ons dichtbevolkte land.
Leer je pup komen op commando. Doe dit in de huiskamer of tuin als volgt: Neem een stukje kaas of iets lekker in je hand. Op het moment dat de pup jou kant op wil komen lopen, geef jij het commando “ kom voor” op een vriendelijke toon. Als de pup dan bij je komt, geef je hem dat lekkers. Herhaal dit een paar keer per dag. Je pup zal snel door hebben, dat als hij/zij naar je toe komt, als jij het vraagt, hij/zij wat lekkers krijgt. Oefen dit nooit als de pup met iets anders bezig is!!! Ook moet je nooit de pup straffen als hij/zij niet bij je komt. De pup moet het leuk vinden om naar je toe te komen en niet bang zijn dat hij/zij gestraft wordt.
Bij alle oefeningen gebruik je een goedkeurend stemgeluid als de pup iets goeds doet d.m.v. bijvoorbeeld “braaaaaf”. Dit braaf moet wel vrolijk klinken, dus met een hoge stem !!! Met een laag geluid klinkt een stembeloning voor een pup als een grom. Hiervan raakt de pup in de war. Let dus altijd op het verschil in toonhoogte:
Een hoge vrolijke stem is een beloning een lage brommerige stem is een correctie.
N.B. Belonen met kaas of ander lekkers dan de gewone puppybrokjes verstoort wel het belangrijke evenwicht van voedingsstoffen in het puppyvoer. Gebruik dit alleen als het niet lukt met de eigen brokjes.
bron: frc-nl.com